Constantin Graf uit Wenen vergelijkt softwaretools "Made in Europe".

Graf: European Alternatives verzamelt Europese alternatieven voor digitale diensten, cloud- en SaaS-producten. Deze worden duidelijk gepresenteerd in categorieën. Er zijn categorieën voor serverhosting, e-mailproviders, webanalyse, chats voor bedrijven en nog veel meer. Voor elk Europees alternatief is er een korte beschrijving, informatie over uit welk land het komt en extra labels zoals "open source" of "duurzaam". De producten binnen een categorie worden gerangschikt op basis van hoe goed wij het Europese alternatief vinden.

Graf: Ja, dat klopt. Tot voor kort financierde ik European Alternatives met mijn freelance werk. Sinds ongeveer een maand hebben we een sponsor die het platform financieel ondersteunt. Ik ben van plan om in de toekomst meer die kant op te gaan. Daarnaast bieden sommige bedrijven affiliate marketing aan, waarmee wij een klein beetje verdienen als iemand op een link klikt en iets koopt. De producten met affiliate link hebben echter niet de voorkeur. Het verandert bijvoorbeeld de positie in de categorie niet.

Graf: Europese tools moeten soms veel tijd en geld investeren om aan de strengere Europese wetten te voldoen. Een voorbeeld hiervan is gegevensbescherming. Dit is meestal in het voordeel van klanten, omdat de strengere wetten vaak in hun voordeel zijn.

Amerikaanse tools hebben vaak veel meer durfkapitaal om uit te breiden. Ze groeien dus erg snel en bieden veel functies aan. Ik denk dat Europese bedrijven zich daarom meer richten op één ding dan op het ontwikkelen van alles-in-één producten.

Graf: Om op European Alternatives vermeld te worden, moet het bedrijf gevestigd zijn in een EU-land of een land dat in Europa ligt en een sterke relatie met de EU heeft. Dit omvat momenteel EER-, EVA- en DCFTA-landen. Daarnaast vermelden we open source producten die gemakkelijk zelf te hosten zijn.

De regels zijn voortdurend uitgebreid of geconcretiseerd, zoals de relatief nieuwe open source-regel.

Graf: De eerste stap is om te kijken naar alle functies die een product biedt en hoe goed deze daadwerkelijk geïmplementeerd zijn. Dit houdt ook in of er waarde wordt gehecht aan UX en hoe professioneel het bedrijf in het algemeen werkt. Ik heb de indruk dat webdesign en UX vaak worden verwaarloosd bij Europese alternatieven.

Vervolgens kijk ik naar de prijs. Is de prijs gerechtvaardigd en welke doelgroep spreekt de prijsstelling aan?

Ten derde kijk ik hoe het product zo geworden is. Wordt het aangedreven door hernieuwbare energie en wat doet het bedrijf erachter in het algemeen om het milieu te beschermen? Als het zelf geen hostingprovider is, dan kijk ik zo goed mogelijk waar het product gehost wordt. Wordt het gerund door een Europese provider van de server, enz. Voor sommige van deze criteria zijn er aparte labels die het gemakkelijker maken om producten te vinden die open source zijn of groen gehost worden. Deze dingen lijken op het eerste gezicht misschien niet centraal te staan, maar de tools die op European Alternatives vergeleken worden, zijn meestal al vrij lang in gebruik omdat het wel moeite kost om te migreren. Daarom moeten dergelijke zaken naar mijn mening ook in overweging worden genomen bij het maken van een beslissing.

Graf: Ik denk dat een Europees bedrijf een groot voordeel kan hebben op de Europese markt als het goed in de markt gezet wordt. Maar de Europese "stempel" alleen is op de lange termijn niet genoeg. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat ze innovatief zijn en de technische ontwikkelingen bijhouden.